Voorrang betekent in Amsterdam iets heel anders dan in de rest van het land. Rode lichten zijn niet relevant, haaientanden zijn prachtige geometrische vormen in witte verf op het wegdek gekliederd en klein wijkt zeker niet voor groot. Maar waar een fietser in Amsterdam nog wel enigszins aandacht en respect voor heeft, zijn andere fietsers. Auto’s willen zeker geen roestig barrel op hun strakke lak, een andere fietser daarentegen moet je met ontzag tegemoet treden. Zeker op een voorrangsrotonde in de spits in de stad.
Als je over stuurboord op layline ligt, en steeds dichter de boven ton nadert. En je ziet ‘t bootje over bakboord op dezelfde snelheid, ook op layline naar diezelfde boventon varen. Gaat ie voorlangs? Gaan wij voorlangs? Elke seconde kan het anders zijn.
Elke vriendengroep telt er wel een. Zo eentje die spreekwoorden verdraait, verandert of alleen de klok heeft horen luiden. Vaak weet men wel toch wel wat de verbasteraar in kwestie bedoelt. Het spreekwoord van dit weekend was: de laatsten zullen de eersten zijn.
Titel: “Gaan jullie nu maar lekker 4 rondjes draaien” Quote anoniem (Stuurman Almere, die dingetjes doet met Henri Lloyd dingetjes)
Volwassen zeilers zijn soms net zo vervelend als twaalfjarige zeilers. Sommige vlaggen lokken precies dezelfde reactie uit onder deze twee groepen: de rattestaart. Oke, de gemiddelde volwassene slaat zijn joystick niet meer krom op zijn romp maar her en der hoor je toch duidelijk het woord ‘aflassen’.
Hoe groot is jouw bank? Is het een 2 of 3 zits? Is ie lekker zacht en comfortabel? Kan je er lekker in wegzakken? Neem hem even in gedachten. Stel je jouw bank voor en ga met je bibs net op het randje zitten. Stel je voor dat: